Wat wij vonden van Een week of vier van Laura van der Haar | De boomer en de millennial #1
Elke maand lezen Istvan (48) en Paula (25) allebei hetzelfde boek. Van Nederlandse literatuur tot feelgood – alles komt voorbij. In deze allereerste editie van De Boomer & De Millennial: Een week of vier van Laura van der Haar.
Hier gaat Een week of vier over
In Een week of vier volgen we Ida, een alleenstaande moeder van een pasgeboren baby. Ze woont in Barcelona, maar komt eigenlijk uit Nederland. Als corona toeslaat, moet iedereen in lockdown. Alleen, wat doe je als je zelf corona hebt en je amper iemand kent in het land waar je woont? Laat je je baby achter bij een van de weinige personen in Spanje die je wel kent of laat je hem zo’n vier weken in een troosteloze ruimte liggen die de overheid beschikbaar heeft gesteld?
Dit vonden wij ervan
Paula: ‘Wat vond jij van Ida? Kon je je een beetje in haar verplaatsen? Ik snapte haar aan de ene kant wel, ook al ben ik zelf geen moeder. Het dilemma van je baby achterlaten bij iemand die je een beetje kent of hem in een onpersoonlijke ruimte laten liggen tussen rijen vol wiegjes. Dat klinkt wel erg troosteloos. Dan liever dat eerste, al is die vriendin Nellie aan wie ze haar baby toevertrouwd niet per se het type waarbij je dat zou doen. Ze let niet bepaald goed op haar peuterzoontje, die in een scène allemaal steentjes en bladeren in de kinderwagen van Ida gooit.’
Istvan: ‘Ik begreep eerlijk gezegd helemaal niks van Ida. Wie laat er nou haar kind achter bij iemand die ze eigenlijk helemaal niet zo goed kent? We krijgen pagina na pagina te lezen hoe bijzonder de band is tussen kind en moeder en toch laat Ida het kind achter bij iemand die ze eigenlijk maar nauwelijks kent. Het enige argument dat we lezen is dat ze bang is dat het kind in de staatsopvang verdwijnt en bang is dat er dan niet goed voor haar wordt gezorgd. Nee, je kind achterlaten bij een vrouw zonder dat je goede afspraken maakt met die vrouw, dat is pas logisch! Not! Sowieso krijgen we maar weinig te lezen over de achtergrond van Ida, zodat je beter kunt begrijpen waarom ze bepaalde keuzes in het verhaal maakt.’
‘Er zit genoeg in het boek waar nog meer over geschreven had kunnen worden’
Paula: ‘Ja, daar had ik ook meer over willen lezen. Het boek telt maar zo’n 160 pagina’s en we komen wel wat te weten over Ida – zoals de verbroken relatie met de vader van de baby. Met meer flashbacks, maar dan langere stukken in plaats van flarden, had je Ida als lezer beter kunnen plaatsen. Nu kon ik niet echt begrijpen wat haar drijfveren zijn, waarom ze de keuzes maakt die ze maakt. Je kan als lezer zelf dingen invullen, maar toch voelde het bij Ida alsof er net een puzzelstukje ontbreekt. Daardoor begrijp je haar net niet helemaal. En trouwens, ik had ook best meer willen lezen over het begin van de relatie met de vader van de baby en ook over de band met haar oma, met wie ze tijdens de lockdown aan de telefoon hangt. Er zit genoeg in het boek waar nog meer over geschreven had kunnen worden.’
De scène in de ambulance bleek de ideale gelegenheid om Ida beter neer te zetten als personage, maar het gebeurde niet
Istvan: ‘Op een gegeven moment wordt Ida met de ambulance naar een plek gebracht waar ze een medische behandeling krijgt tegen het virus. Tijdens die rit probeert ze af en toe een gesprek aan te knopen met de ambulancier, bekijkt ze ondertussen de buitenwijken van Barcelona en denkt ze een beetje terug aan vroeger. Die ambulancescène, die overigens zo’n beetje de helft van het boek in beslag neemt, zou een mooie gelegenheid voor de schrijfster zijn geweest om Ida wat meer kleur en body mee te geven. In plaats daarvan blijft het inderdaad bij korte flashbacks over een ex die haar in de steek heeft gelaten, een poes die zij in Nederland zélf in de steek heeft gelaten en daar blijft het eigenlijk een beetje bij. Ik had meer willen lezen over de vervreemding die ze ongetwijfeld moet hebben ervaren toen ze er op een gegeven moment alleen voor stond in Spanje, in een taalgebied die niet de hare is en over wat dit met haar heeft gedaan.’
Paula: ‘De ambulancerit is inderdaad de ideale scène om Ida meer kleur te geven. Dat het niet alleen bij gesprekjes tussen de ambulancier en haar blijft en blikken op de buitenwijken van de wereldstad, maar dat ze zich verliest in haar hoofd, in de angst om corona niet te overleven. Haar baby niet op te zien groeien. Dat ze haar leven dan al aan zich voorbij ziet flitsen, omdat het noodgebouw voor de corona-slachtoffers steeds dichterbij komt. Maar goed, dat zit er dus niet in en daardoor had ik niet de drang om door te lezen. Iets anders dan: hoe was Wolfgetal van Laura? Zie je daar overeenkomsten in met Een week of vier? Die heb ik nog niet gelezen, maar jij volgens mij wel.’
‘e kreeg als lezer altijd de indruk dat er een donkere en koude stroming vlak onder de oppervlakte bezig was, een stroming waardoor je maar beter niet kon worden gegrepen’
Istvan: ‘Tijdens het lezen van Een week of vier moest ik inderdaad terugdenken aan Wolfgetal, de uitstekende debuutroman van Laura. Daar zat voortdurend zo’n heerlijk dreigende ondertoon in. Je kreeg als lezer altijd de indruk dat er een donkere en koude stroming vlak onder de oppervlakte bezig was, een stroming waardoor je maar beter niet kon worden gegrepen. Een week of vier heeft dat ook, maar in mindere mate. Er wordt een sombere schets gegeven van de maatschappij waarin Ida zich bevindt, een zekere claustrofobie wordt gesuggereerd, maar in tegenstelling tot Wolfgetal komt het allemaal niet heel erg uit de verf. Toch hou ik wel van dat donkere rafelrandje van Laura. Hopelijk komt het er in een derde roman weer wat beter uit.’
Paula: ‘Dat rafelrandje zit er bij Een week of vier ook wel in, maar mocht er van mij nog wel meer in. Of zou het dan te deprimerend worden? Hoe dan ook, we zijn het wel aardig eens met elkaar, geloof ik. En ik ben toch nieuwsgierig naar de andere boeken van Laura. Niet alleen Wolfgetal, die zo’n duister randje heeft, maar ook haar vrolijkere boek, de zogenoemde ‘wandelroman’ Loslopen. Dat Laura kan schrijven is zeker. Goed, door naar de conclusies. Hoeveel sterren geef jij?’
De conclusie over Een week of vier
Istvan: ‘2 sterren. Ik vind het uiteindelijk toch allemaal te dunnetjes. Er wordt te weinig inzicht gegeven in de achtergrond van Ida waardoor haar keuzes vrij onbegrijpelijk blijven. Het einde van het verhaal vond ik bovendien erg uit de lucht komen vallen. Ik heb het idee dat wanneer meer tijd en aandacht aan Een week of vier was besteed dat er veel meer in het verhaal had gezeten.’
Paula: ‘Ik ga voor 3 sterren. Ida wist me ergens ook weer wel te boeien, al vond ik de scènes over hoe lief haar baby wel niet is teveel van het goede. De scènes in de noodopvang, waar Ida ligt, maakten bij mij wel wat goed. Die verwarring van de verschillende dokters aan je bed, de mentale staat die je hebt als je veel slaapt en slechts kort wakker bent op een dag – dát vond ik heel interessant, toen leefde ik mee. En het einde (we verklappen niks) is natuurlijk ook knap gedaan. Ja, drie sterren voor mij.’