Wat wij vonden van Stappen tellen van Henk Spaan
Een of twee keer per maand lezen Istvan (49) en Paula (26) allebei hetzelfde boek. Van Nederlandse literatuur tot dystopische boeken – alles komt voorbij. In deze editie van De Boomer & De Millennial: Stappen tellen van Henk Spaan.
Hier gaat Stappen tellen van Henk Spaan over
In Stappen tellen maken we kennis met Eduard Wakker, een zeventigjarige weduwnaar die in een tehuis voor vijfenzestigplussers woont. Hij is een wat eenzame man die anderhalf jaar geleden zijn vrouw Lieke aan kanker heeft verloren. Hij denkt regelmatig terug aan gelukkigere tijden toen hij en zijn vrouw elk jaar naar het Italiaanse Castelpietro op vakantie gingen. De enige vriend waar hij nu nog mee omgaat is de dementerende Wally met wie hij regelmatig wandelingen maakt.
Flashbacks en bejaardengedoe
Paula: ‘Mijn verwachting vooraf was dat het een soort Hendrik Groen zou worden. Humor in een bejaardentehuis, of in dit geval een complex voor vijfenzestigplussers, dat werk. Nou, het bleek allesbehalve Hendrik Groen-ish te zijn. Ik wilde een lekkere afwisseling van hilarische dingen die er daar gebeuren, een hoofdpersonage die dat op de hak neemt en een beetje nostalgie tussendoor. Maar het is nogal doorgeslagen naar de nostalgische kant. En dan niet op de goede manier. Ik werd er een beetje naar van en vond die flashbacks eigenlijk heel erg irritant, omdat er geen verhaallijn in zat kon het er net zo goed niet in zitten. Wat vond jij?’
Istvan: ‘Soms had ik moeite om lekker in het verhaal te komen. Dat kwam denk ik juist door die flashbacks. Het was me op zich wel duidelijk welk doel ze dienden. Eduard heeft verreweg het grootste deel van zijn leven achter de rug en hij kan alleen nog maar terugkijken. Naar een tijd waarin zijn vrouw Lieke nog leefde en een tijd dat hij nog vrienden om zich heen houdt. Toch pakten die flashbacks uiteindelijk niet echt lekker uit. Het was duidelijk wanneer er terug werd gesprongen in de tijd, maar het was niet altijd meteen duidelijk wanneer er weer terug werd gesprongen naar de tegenwoordige tijd. Dat ging vaak nogal opeens. Later in het boek als het verleden dichter naar het verleden kruipt dan is het soms helemaal lastig uit te maken in welke tijd Eduard Wakker leeft.’
Paula: ‘Kijk, ik snap het idee van de flashbacks in dit verhaal echt wel. Dat heden en verleden in elkaar overlopen is zeker het geval bij Eduard, je vervreemd zelf een beetje in Stappen Tellen. Wat dat betreft werkt het. Alleen waar gaat het verhaal over? Waar gaat het heen? Na afloop dacht ik echt: wat heb ik gelezen? Ik heb amper gelachen, eerder droevig stukjes gelezen die ik niet goed vond en waarvan ik niet begreep waarom het er stond. Spaan probeert met die flashbacks iets neer te zetten en Eduard karakter te geven, maar het blijft zo nietszeggend. In Hendrik Groen werkt het en lig je regelmatig dubbel van het lachen omdat de hoofdpersoon zichzelf ook op de hak neemt en iets van het leven probeert te maken. Hier heb ik enkel gelachen tijdens de scenes over de bewonerscommissies die rituelen bespreken.’
Te weinig drama en humor
Istvan: ‘Er had denk ik best nog wel wat meer humor in gemogen inderdaad. En misschien ook wel wat meer drama. Nu bleef het er een beetje tussenin hangen. Het drama pakte me niet echt en de humor was te mondjesmaat. Ik hoef niet dubbel te liggen van het lachen, maar zo nu en dan een glimlach had ik wel fijn gevonden. Als het verhaal nou nog melancholisch zou zijn geweest, dan had ik daar beter mee kunnen leven. Maar ondanks dat het verhaal zwaar leunt op de herinneringen van Eduard is de melancholie evenmin nadrukkelijk aanwezig. De titel van het verhaal vond ik overigens wél goed gekozen. Tijdens zijn wandelingen met Wally maakt Eduard gebruik van een stappenteller op zijn telefoon. Het geeft hem in elk geval enige structuur in zijn leven. Een structuur die hij hard nodig heeft, want behalve zijn herinneringen heeft hij niet echt veel om aan vast te houden. Wat is immers je doel als je nog maar zo weinig toekomst voor je hebt?’
Het eindoordeel
Paula: Ik kom niet verder dan 2 sterren. En dan ben ik nog mild. Leuk idee, maar de uitwerking is gewoon echt niet wat ik er van had verwacht en hoe ik graag een boek zie. Met een flinke lading écht grappige scènes en niet zo’n dramatisch-nostalgische hoofdpersoon was het al een stuk beter geweest. Maar helaas.’
Istvan: ‘Ik ben misschien wat mild, maar ik geef het boek een halve ster extra, dus 2 en een halve ster. Hoewel het boek me niet echt wist te pakken had ik in elk geval sympathie voor de hoofdpersoon. Als het boek wat meer drama en humor had bevat dan was ik zeker een ster verder gekomen.’