Recensie: Wat zou Justyce doen? – Nic Stone
In Wat zou Martin doen? schrijft Nic Stone over Justyce en zijn beste vriend Manny die te maken krijgen met ethnische profilering. In Wat zou Justyce doen?, de nieuwe YA-roman van Nic Stone, gaat het over het Amerikaanse rechtssysteem en de discriminatie van minderheden die daarmee te maken heeft. Dit vond ik van het boek, waarin de neef van Manny genaamd Quin diep in de problemen zit.
Quan schrijft brieven aan Justyce
Vernell LaQuan Banks en Justyce McAllister groeiden allebei op in zuidwest Atlanta, een paar straten van elkaar. Jaren later loopt Justyce door de roemruchte zalen van Yale en zit Quan achter de tralies van een jeugddetentiecentrum.
Door middel van flashbacks en brieven aan Justyce – de hoofdpersoon van Wat zou Martin doen? – krijgt Quans verhaal vorm. Problemen thuis en misverstanden op school leiden tot ontmoetingen met de politie en moeilijke beslissingen. En dan is er een dode agent en een wapen met Quans vingerafdrukken erop. Hoe kan het dat een doodgewone jongen als Quan zomaar verzeild raakt in een moordzaak? Quan weet het zelf ook niet.
Een jongen achter de tralies, een jongen van Yale
Na het schrijven van Wat zou Martin doen? kreeg Nic Stone berichten van jongens zoals Quan. Ze herkenden zich niet in Justyce, de zwarte jongen die een goede opleiding ging doen en een rooskleurigere toekomst had. Zij wilden een nieuw boek met een ander soort zwarte jongen als hoofdpersoon die meer was zoals hen. Zoals Stone zelf goed verwoord: ‘Als Wat zou Martin doen? het boek is over de zwarte jongen die alles goed doet (maar nog steeds wordt behandeld alsof zijn hele bestaan verkeerd is), dan is Wat zou Justyce doen? het boek over de zwarte jongen die misschien niet alles goed doet, maar heel erg zijn best doet (onder alle omstandigheden waar hij mee moet leven).’
‘Dat een verhaal nooit zo zwart-wit is als je als buitenstaander denkt, bewijst Nic Stone wederom met dit boek’
In het begin van het boek wordt namelijk al duidelijk dat Quan in een ander soort situatie zit als Justyce. Justyce zit inmiddels op Yale, Quan zit in de gevangenis. Een grotere tegenstelling kan bijna niet. Als lezer kom je er stukje voor stukje achter waarom hij in de gevangenis zit, hoe alles zo heeft kunnen lopen. Dat een verhaal nooit zo zwart-wit is als je als buitenstaander denkt, bewijst Nic Stone wederom met dit boek. Quan is een heel gelaagd personage. Hij doet veel dingen goed, maar soms maakt hij keuzes die op dat moment het beste lijken, maar uiteindelijk verkeerd uitpakken. Door de situatie van Quan – een gebroken gezin, een vader die ook in de gevangenis zit, de gewelddadige vriend van zijn moeder – leef je steeds meer met hem mee en begrijp je hem beter.
Een indringend verhaal over het Amerikaanse rechtssysteem
Kortom: ook dit boek van Nic Stone is ontzettend sterk. In kraakheldere taal legt Stone uit wat er gebeurt in het leven van Quan, maar ook waar het schuurt in het Amerikaanse rechtssysteem. Tussen de regels door lees je bijvoorbeeld dat Quan witte jongens weer naar buiten ziet lopen, terwijl ze ongeveer hetzelfde hebben gedaan als zwarte jongens die vast zitten. ‘Als Brock of Conrad in een mall een telefoon jatten dan krijgen ze een terechtwijzende vinger en moeten ze een paar keer als vrijwilliger soep opscheppen in een bejaardentehuis. Mij noemen ze gelijk een ‘beroepscrimineel’ en ze sluiten me op en gooien de sleutels weg.’
‘Een verhaal dat je doet meeleven’
Wat zou Justyce doen? krijgt van mij vier sterren – het is een indringend verhaal dat laat zien waar de pijnpunten zitten van het Amerikaanse rechtssysteem, een verhaal dat je doet meeleven en meer begrip doet hebben voor, in dit geval, zwarte Amerikaanse jongens die in de gevangenis belandden. Ik sluit deze recensie af met paar sterke zinnen die Quan naar Justyce schrijft. Het gaat over de foute vrienden die hij had.
‘Ik denk niet dat ik me ooit gerealiseerd heb wat een verschil het is als er iemands die echt in je gelooft. Ik moet vaak een Trey denken, en aan Mar en Brad en de anderen. We waren allemaal op zoek naar hetzelfde, man: support, veiligheid, familie, dat soort shit. En voor een deel vonden we dat bij elkaar, maar we konden elkaar niet helpen om goede dingen te doen, want niemand van ons had iemand die ons daarbij hielp. Sterker nog, we kregen altijd het tegenovergestelde te horen. Mensen die ons vertelden hoe ‘slecht’ we waren en die altijd naar ons keken alsof ze het ergste van ons verwachtten. (..) Ik had zo graag gewild dat er mensen waren geweest die het goede in me hadden gezien (..)’
Dit boek is uitgegeven bij Best of YA en vertaald door Aimée Warmerdam.